Ommen herdenkt omgekomen Joden
 
joodsommen  Foto HerdenkingstochtOMMEN - Het was gisteren zeventig jaar geleden dat zij door de Duitsers uit hun huizen werden gehaald om nooit meer terug te keren.

De tocht ging langs de woningen van de overleden families en eindigde op de Israëlitische begraafplaats. Hier werden toespraken gehouden door burgemeester Marc-Jan Ahne en opperrabbijn Binyomin Jacobs.

Op het druppelen van de regen op de paraplu's na, is het muisstil tijdens de tocht. De Ommenaren lopen langzaam langs de huizen van de acht Joodse families die in Auschwitz werden omgebracht. Op het Kerkplein staat de stoet even stil als een leerlinge van de Kardoen de namen van de oud-bewoners voorleest. "Evalien de Levie, geboren op 21 april 1932 in Ommen. Overleden op 12 oktober 1942, Auschwitz." Het lijkt de Ommenaren doen beseffen dat Evalien destijds even oud was als het meisje dat nu haar naam uitspreekt.

De groep wordt even later opgewacht door 27 jonge voetballers van OVC'21. Met een fakkel in hun hand staan ze in een cirkel rondom de Israëlitische begraafplaats. Iedere fakkel symboliseert een slachtoffer. De OVC'ers doen mee aan deze tocht uit respect voor Hertog de Levie, de oprichter van de voetbalclub. Ook hij werd gedeporteerd.

Na de speech van burgemeester Ahne komt opperrabbijn Jacobs aan het woord. Hij staat stil bij het leed dat zich destijds in Ommen afspeelde, maar geeft ook een waarschuwing. "Het kan zo weer gebeuren. Als ik nu door de steden loop word ik uitgescholden door de jeugd. Dat is uit baldadigheid, maar zo is het bij Hitler destijds ook begonnen." Toch is dit volgens de rabbijn niet waarvoor men gekomen is. "We zijn hier voor hen wiens namen bekend zijn, en waar misschien nog een klein fotootje, maar verder niets meer van over is."

Bertha Martens (84) uit Ommen staat in de regen naar de speech te luisteren. Het is voor de Ommense belangrijk om hier vandaag te zijn, want zij zag als meisje van veertien hoe haar overburen werden afgevoerd. "Iedere zaterdag, op de sabbat, maakte ik de kachel voor hen aan. Toen ik er die morgen heen wilde gaan zei mijn moeder dat ik dat beter niet kon doen", vertelt ze. "Ik was nieuwsgierig en ging toch naar buiten, daar zag ik een veewagen in de Brugstraat staan." Martens wist destijds niet wat haar buren te wachten stond. "Ik wist dat ze naar Westerbork moesten, maar had als kind geen idee wat er daar met ze ging gebeuren." Ze herinnert zich het afscheid nog als gisteren. "De veewagen reed stapvoets weg en de hele buurt liep er huilend achteraan. Het was verschrikkelijk."

Uit: De Stentor, woensdag 4 oktober 2012 - Foto FFU Press Agency