Familie Bierman-Zilverberg

 

joodsommen  Joodse familie van der Hoek in een doorgangskamp (1942)Maurits Isedoor 'Mau' Bierman (achteraan liggend op de foto)

Coevorden, 25 december 1912

Auschwitz, 31 januari 1943

Bereikte de leeftijd van 30 jaar 

 

Josephine 'Jopie' Bierman-Zilverberg (links op de foto)

Zwolle, 9 november 1915

Auschwitz, 12 oktober 1942

Bereikte de leeftijd van 26 jaar

 

Maurits Isedoor Bierman, maar door iedereen Mau genoemd, werd geboren in het Drentse Coevorden. Hij was de jongste zoon in een gezin van vijf kinderen, maar een broer en zus boven hem overleden beiden al in het eerste levensjaar. Vader Jacob en moeder Rika waren dan ook erg gelukkig toen op 25 december 1912 een zoon werd geboren, Maurits Isedoor. Zijn tweede naam was een vernoeming naar zijn broer die bijna drie jaar voor zijn geboorte was overleden.

 

De overgrootvader van Maurits was rond 1840 van Sleen naar Coevorden verhuisd en de familie Bierman maakte meerdere generaties deel uit van de gemeenschap van Coevorden. Jacob, de vader van Maurits, had een rund-, kalf- en schapenslagerij aan de Sallandsestraat in Coevorden. Mau was nog geen drie jaar toen het gezin werd opgeschrikt. Op een zondag in mei brak er door een onbekende oorzaak brand uit in de slagerij. De brandweer wist de schade te beperken en naast gelegen panden bleven gespaard. Gelukkig was Jacob Bierman voor alles verzekerd.[1] De klantenkring van slagerij Bierman woonde niet enkel in Coevorden. Jacob adverteerde vanaf 1903 in het Nieuw Israelitisch Weekblad, waarin hij zich als ‘geadmitteerd slager’ probeerde te onderscheiden van de rest. Het vlees kon telefonisch worden besteld en Jacob Bierman verstuurde het vlees per post door het hele land.

 

In zijn vrije tijd voetbalde Mau Bierman bij Germanicus, de in 1911 opgerichte Coevorder voetbal- en atletiekvereniging. Mau Bierman speelde in het eerste elftal dat uitkwam in de Oostelijke 3e klasse A. In het voorjaar van 1932 werd het eerste elftal van Germanicus kampioen na een 4-1 overwinning op Emmen. De spelers waren blij met hun kampioenschap, maar glunderde helemaal van trots toen ze een foto van het team op de illustratiepagina van het Nieuwsblad van het Noorden zagen.[2] Maar tijdens de daarop volgende promotie-degradatiewedstrijden was Germanicus een schim van het succesvolle team van het voorbije seizoen. De voetballers uit Coevorden konden geen promotie afdwingen en het team bleef in het daar op volgende seizoen in de derde klasse voetballen. Daarnaast zou het team het daarna ook zonder Mau Bierman moeten stellen.  

 

De oudere zus van Mau, Geertje, trouwde begin jaren dertig met Joseph van der Hoek en verhuisde naar Ommen. In oktober 1933 verliet ook de toen twintigjarige Maurits het ouderlijk huis en begon in Ommen een nieuwe toekomst. Hij opende onder de naam “De Magneet” een manufacturenwinkel. De winkel was eerst gevestigd aan de Brugstraat 13. Mau woonde op dat adres in bij een weduwe, maar in 1939 verhuisde de manufacturenwinkel naar de overzijde van de straat toen in dat jaar Joop van der Hoek, de zwager van Mau, een pand in de Brugstraat kocht en met zijn gezin de bovenwoning betrok. Mau ging inwonen bij het gezin van zijn zus en zwager. In het nieuwe winkelpand had Mau meer ruimte. “De Magneet” werd een begrip onder de Ommer bevolking. In zijn winkel verkocht Mau Bierman stoffen, knopen, wol en borduurgaren, maar daarnaast ook kleding zoals ondergoed en broeken.

 

Op 27 maart 1940 stond er een klein familieberichtje in de Provinciale Overijsselsche en Zwolse Courant. In plaats van kaarten maakten Mau Bierman en Jopie Zilverberg met dit berichtje aan iedereen kenbaar dat ze zich op 30 maart gingen verloven. Jopie, ze heette officieel Josephine, woonde tot op dat moment bij haar ouders aan de Bitterstraat 93 aan de rand van de Zwolse binnenstad. Anderhalf jaar later stond er in diezelfde krant weer een soortgelijk bericht. Het verloofde paar maakte bekend dat hun huwelijk op 16 september 1941 zou worden ingezegend. Het burgerlijk huwelijk had twee weken daarvoor al plaats gehad.[3] ’s Middags om twee uur werd het huwelijk in de Zwolse synagoge ingezegend. Daarna werd men uitgenodigd voor een receptie in het pand gelegen aan de Badhuiswal 9, een schitterend pand dat aan het eind van de negentiende eeuw werd gebouwd naar plannen van de gebroeders Koch. Het pand met een serre was gelegen op een schilderachtige plek op het Noordereiland en keek uit over de stadsgracht.

 

 

joodsommen  Advertentie M I  Bierman - J vd Hoek 4 oktober 1941 - kopie

Hoewel Jopie in Zwolle was geboren, kwam haar familie ook oorspronkelijk uit Coevorden. Na het huwelijk gingen Mau en Jopie wonen in de bovenwoning aan de Brugstraat. Hij kocht het pand van Joseph van der Hoek en het gezin van zijn zwager en zus verhuisden naar een stadsboerderij aan het Bouweind. Rika Bierman-Meijer, de moeder van Maurits was ook bij het huwelijk van haar zoon en na het huwelijk verbleef zij nog voor een periode bij haar zoon en schoondochter. De moeder van Maurits leed waarschijnlijk aan dementie. Ze liep in Ommen geregeld een winkel binnen en kocht spullen op rekening. Na overleg plaatsten Maurits en zijn zwager in oktober een advertentie in de krant waarin ze stelden niet meer te willen opdraaien voor de boodschappen die hun moeder haalde. 

 

Door antisemitische regelgeving werd Mau gedwongen om te stoppen met zijn manufacturenwinkel. Op grond van de verordening tot verwijdering van Joden uit het bedrijfsleven werd zijn zaak in mei 1942 geliquideerd en uit eindelijk in maart 1943 formeel opgeheven.[4] In de zomer van 1942, ze waren toen ruim tien maanden getrouwd, ontving Mau een oproep. Daarin las hij dat hij zich op 14 augustus moest melden bij het werkkamp Wite Peal in de Zuid-Friese plaats Sint Johannesga. Maurits hoorde dat ook Hartog de Levie, die tegenover hem woonde en zes andere Joodse mannen een oproep ontvangen hadden. Onder hen ook zijn zwager Joseph van der Hoek. Samen vertrokken de mannen van het station in Ommen. Jopie zwaaide haar man uit. Ze keerde alleen terug naar het huis in de Brugstraat. Ook Jopie had haar koffer gepakt. Met een verklaring van de dokter had ze toestemming gekregen om elders te verblijven. Nu haar man weg was, verhuisde Jopie naar het Kerkplein en ging logeren bij Eva de Levie en haar kinderen. Haar man Jaap zat samen met Mau het Joodse werkkamp.

 

Op 3 oktober trok Jopie voor het laatst de deur van het huis aan de Brugstraat achter zich dicht. Ze had nog wat spullen uit de woning gehaald en stapte daarna in de gereedstaande vrachtauto. Toen alle familieleden van de andere mannen die in het Joodse werkkamp in Sint Johannesga verbleven in de laadbak van de vrachtwagen zaten, zette deze zich in beweging. De auto bracht hen naar Zwolle. Van daaruit vervolgde de reis per trein naar Hooghalen. Van daaruit moest men lopen naar Westerbork. Daar kon Jopie haar man Mau weer in de armen sluiten. Enkele dagen later volgde deportatie naar Auschwitz. Na een treinreis van drie dagen werden de deuren van transport 26 ontgrendeld en schoven deze open. Mau en Jopie waren slechts twee van de in totaal 1703 mensen. Slechts vier mannen wisten de oorlog te overleven. Jopie werd direct na aankomst in de gaskamers van Auschwitz vermoord. Mau moest dwangarbeid verrichten en overleed in januari 1943. Maurits en zijn vrouw Josephine Bierman-Zilverberg werden dertig en zesentwintig jaar oud.

 

 

Uit: ​Stilstaan bij Stolpersteine - een uitgave van de Stichting Herdenking Joods Ommen. Heeft u vragen, opmerkingen en/of aanvullingen op het verhaal dan horen wij dat graag. U kunt hiervoor contact opnemen via herdenkingjoodsommen@hotmail.com

 

 


[1] Algemeen Handelsblad dd 26-05-1915

[2] Nieuwsblad van het Noord dd 30 maart 1932

[3] Maurits Isedoor Bierman en Josephine Zilverberg trouwden op 26 augustus 1941 te Zwolle.

[4] Kamer van Koophandel Zwolle, inschrijfnummer 06290, dossiernummer Historisch Centrum Overijssel 0194

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant dd 11-06-1942, Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant dd 23-04-1943.