Familie Van der Hoek-Bierman

 

Joseph ‘Joop’ van der Hoek

Ommen Stad, 11 maart 1903

Auschwitz, 31 januari 1943

Bereikte de leeftijd van 39 jaar

 

Geertje van der Hoek-Bierman

Coevorden, 13 mei 1909

Auschwitz, 12 oktober 1942

Bereikte de leeftijd van 33 jaar

 

Salomon van der Hoek

Ommen, 24 maart 1933

Auschwitz, 12 oktober 1942

Bereikte de leeftijd van 9 jaar

 

Jacob van der Hoek 

Ommen, 15 maart 1937

Auschwitz, 12 oktober 1942

Bereikte de leeftijd van 5 jaar

 

Joseph van der Hoek was geboren en getogen in aan het Bouweind. Joseph was de naam die hij bij zijn geboorte kreeg, maar in het dagelijks leven werd hij door een ieder Joop genoemd. Toen hij eenentwintig was, het was 1924, kocht hij een woning aan de Bouwstraat 20. 

Het is niet bekend hoe hij zijn vrouw Geertje Bierman heeft leren kennen, maar op 15 juni 1932 trouwde hij te Coevorden met haar. Samen gingen ze in Ommen wonen en iets meer dan negen maanden later werd daar hun eerste zoon geboren. De jongen werd vernoemd naar de vader van zijn vader en kreeg de naam Salomon. Vier jaar later volgde nog een zoon. Hij kreeg de naam Jacob.

 

Het gezin verhuisde vlak voor de oorlog nog naar een pand in de Brugstraat, de hoofdstraat van Ommen, maar voor een veehandelaar bleek het niet ideaal om in de Brugstraat te wonen. Een stadsboerderij was beter. In 1941 kon hij een kleine stadsboerderij tegenover zijn geboortehuis kopen. Het pand in de Brugstraat verkocht hij aan zijn zwager Mau Bierman. Het gezin Van der Hoek verhuisde daarop naar het Bouweind. Samen met zijn andere zwager Hertog de Lange, handelde Joop in runderen. Deze kocht hij op en verkocht hij dan weer op de veemarkt in Ommen.

 

De Nederlandse Veehouderijcentrale hield tijdens de Tweede Wereldoorlog toezicht op de Nederlandse veestapel. De veestapel was geregistreerd. Slachten kon enkel met een vergunning van de Veehouderijcentrale. Voor boeren was er een verplichting om op bepaalde momenten runderen te leveren aan de Nederlandse Veehouderijcentrale. Wanneer men een of meerdere dieren leverde, ontving men een zogenoemde leveringsbon. Ook wanneer geen leveringsplicht had kreeg men een bon. Deze bonnen werden dan doorverkocht aan boeren die verplicht waren te leveren, maar waarbij het de boer hen niet uitkwam op dat moment. Zo ontstond er een levendige handel in leveringsbonnen en hiermee werd ook flink gespeculeerd. Joop van der Hoek en Hertog de Lange handelden in vee, maar ook in deze leveringsbonnen. Om de handel en de speculatie in leveringsbonnen tegen te gaan volgde per 1 augustus 1941 een maatregel waarbij de leveringsbonnen op naam werden afgegeven. Het maakte een einde aan de handel.

 

In de zomer van 1942 ontving ook Joop een oproep en moest hij zich melden in het werkkamp Wite Peal vlakbij het Friese Sint Johannesga. Hij liet zijn vrouw en kinderen in Ommen achter. In het Joodse werkkamp verbleef hij in een kamer met nummer vier. Dagelijks  moest hij helpen bij ontginningswerkzaamheden bij de Rohelsterplassen. Verlof was niet mogelijk. Het enige contact dat Joop met thuis had was per post. Op zondagmorgen schreef hij kaarten aan familie en vrienden. Op zondag 13 september schreef hij een briefkaart aan de familie Ekkelkamp die achter hen woonden in een woning Achter de Geuren. ‘Van hier wil ik jullie allen een paar woorden schrijven. Wij allen maken het goed hetgeen ik hoop dat jullie ook doen. Komen jullie nog wel eens bij zus. Is het ook stil dat ik weg ben. Ekkelkamp als we nu terugkomen, kan ik jou het land wel omspitten. We zijn al volleerde grondwerkers, Nu eindig ik. De hartelijke groeten voor jullie allen. Uw vriend Joop’

In de brief vraagt hij niet of de buren omkijken naar zijn vrouw en kinderen die hij in Ommen moest achterlaten. Hij ging er waarschijnlijk vanuit dat zijn goede buren dat wel deden. Wel vraag hij specifiek of ze ook omkijken naar zijn zus Sara die ook aan het Bouweind woonde en ook alleen was achtergebleven.

 

Een maand later was het hele gezin naar Auschwitz gedeporteerd. Daar werden Geertje en de zonen Salomon en Jacob direct na aankomst vermoord. Joop verrichtte nog enkele maanden dwangarbeid en overleed in januari 1943. 

Joop en Geertje van der Hoek werden negenendertig en drieëndertig jaar oud. Hun zonen Salomon en Jacob werden niet ouder dan negen en vijf jaar.

 

 

Uit: ​Stilstaan bij Stolpersteine - een uitgave van de Stichting Herdenking Joods Ommen. Heeft u vragen, opmerkingen en/of aanvullingen op het verhaal dan horen wij dat graag. U kunt hiervoor contact opnemen via herdenkingjoodsommen@hotmail.com