Godsdienstleraren en voorzangers
De Joodse gemeenschap in Ommen heeft nooit uit meer dan enkele tientallen Joden bestaan. Deze kleinschalige gemeente kon dan ook geen eigen rabbijn onderhouden. Dit was alleen weggelegd voor de grotere Joodse gemeenschappen. De vieringen in de sjoel van Ommen werden geleid door een voorzanger, in het Hebreeuws chazan genoemd. Behalve voorzanger was deze man ook belast met de taak van godsdienstonderwijzer. Een functiecombinatie die in veel kleine Joodse gemeentes voorkwam. Hoewel deze persoon geen rabbijn was, werd hij door de bevolking vanuit beleefdheid wel vaak ‘rabbi’ genoemd, maar deze titel had de betekenis van ‘mijn heer’ of ‘meneer’. In sjoel werd ook elke Joodse man opgeroepen voor de Thora-lezing met het noemen van de beleefdheidstitel ‘rabbi’. Behalve voorzanger en godsdienstonderwijzer was het heel gewoon dat deze persoon als ‘sjocheet’ belast was met het ritueel slachten.
De Joodse godsdienstleraar, in de volksmond ook wel “jodenmeester” genoemd, kreeg slechts een zeer kleine vergoeding, weleens omschreven als: ‘te veel om van te sterven’. Toch was het voor de Joodse gemeenschap van Ommen een zware kostenpost. Om die reden werd er in de meeste gevallen een ongetrouwde voorzanger en onderwijzer benoemd. Het salaris van iemand die niet getrouwd was, was immers beduidend lager dan een man die een gezin moest onderhouden.
De meeste leraren werkten slechts een schooljaar in Ommen. Vaak hielden zij het daarna voor gezien en vertrokken dan naar elders, waar zij een hogere vergoeding kregen. Vacatures waren dan ook bijna jaarlijks aan de orde en het gebeurde ook geregeld dat deze niet kon worden ingevuld.
De mannen die als voorzanger en godsdienstonderwijzer werden aangesteld, vonden vaak onderdak in een kostgezin in Ommen of woonden in de omgeving en reisden vanuit een naburige woonplaats. Maar het reizen viel de onderwijzer soms erg zwaar en de overlevering vertelt ons dat het turfhok van de sjoel ook dienst heeft gedaan als bedstee voor een van de aangestelde mannen. Het moet echter niet erg comfortabel voor hem geweest zijn, want het turfhok was slechts één bij anderhalve meter groot.
Overzicht van godsdienstleraren en voorzangers
1840: Mozes Polak (1795 - onbekend)
1840: Simon Salomon de Jong (onbekend - onbekend)
1851: Izak Mozes Kan (onbekend - onbekend)
1860: Hartog Jacob Oostra (1840 - onbekend)
1862: Godschalk Hagens (1840 - 1866)
1866: Marinus 'Mannes' Zadoks (1849 - 1923)
1868: Mozes Abraham Cozijn (1849 - 1912)
1869: Eliazer Ruben Rubens (1832 - 1870)
1870: Vacant
1871: Salomo van Ronkel (1850 - onbekend)
1872 - 1874: Karel Vrachtdoender (1854 - 1893)
1874 - 1877: Vacant
1877: Identiteit onbekend
1878: Vacant
1879: Naftali Polack (1852 - 1937)
1880: Salomon Samuël van Ronkel (1827 - onbekend)
1881: Wolf Zaligman (1864 - 1902)
1882 - 1885: Vacant
1885: Philip Cohen (1866 - 1936)
1886: Abraham de Vries (onbekend - onbekend)
1886 - 1890: Vacature
1890: Jakob de Wilde (1874 - 1943)
1891: David van Rhijn (1866 - 1942)
1892: Jacob Mok (1875 - 1944)
1893: Hartog Frank (1874 - 1943)
1894 - 1907: Vacant
1907: Maurits Lutteraan (1886 - 1944)
1908: Herman Zuidema (1890 - 1942)
1909: Isaac Leman (1894 - 1944)
1909: Samuel van der Hal (1881 - 1943)
1910: Identiteit onbekend
1911: Vacant
1912 - 1916: David Cohen (1891 - 1943)
1916: Vacant
1917 - 1921: Samuel 'Sallie' Emanuel de Bruin (1889 - 1942)
1921 - 1930: Vacant
1930 - 1943: David Cohen (1891 - 1943)
1935 - 1938: Bettus 'Ben' van Gelder (1915 - 1943)