Een mens is pas vergeten als zijn naam vergeten is
Streep hun namen niet door al zijn zij tot stof vergaan. Streep hun namen niet door alsof ze nooit hebben bestaan. Noem hun naam en laat me weten dat ook jij niet zult vergeten… Het zijn dichtregels uit een bekend gedicht dat gaat over de mensen van voorbij. Maar voorbij is niet vergeten. De laatste dichtregel spreekt over een opdracht. Noem hun naam en daardoor worden de mensen van voorbij niet vergeten. De dichtregels sluiten aan bij het motto van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig dat hij heeft ontleend aan de Thora: “Een mens is pas vergeten als zijn naam vergeten is.”
De kunstenaar (1947) werd geboren in het naoorlogse Berlijn. Hij volgde in de Duitse hoofdstad een opleiding aan de Hogeschool voor Beeldende Kunsten en later aan de Kunstacademie van Kassel. De kunstenaar is thans bekend om de Stolpersteine. In de zomer van 1997 plaatste Demnig twee kleine gedenksteentjes voor de broers Matthias en Johann Nobis in het zuid Duitse dorp Sankt Georgen, nabij Salzburg. De broers, Jehova getuigen, werden in januari 1940 gefusilleerd door de nazi’s. Van een afstand vallen de gedenkstenen niet op. Het zijn kleine stenen van tien bij tien centimeter ingeklemd tussen de stenen van de straat. Wanneer de voorbijganger dichterbij komt vallen de stenen pas op. Je wordt gedwongen om je pas in te houden en je hoofd naar voren te buigen om de tekst op de steentje te lezen. Omdat je erover struikelt met je hoofd en je hart, en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen. Zo werden de herdenkingsstenen in figuurlijke zin struikelstenen, ‘Stolpersteine’.
Na de eerste stenen volgden er snel meer. De Stolpersteine werden herdenkingsstenen voor alle mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s zijn verdreven uit hun huizen, gedeporteerd, vermoord of door hen zijn opgejaagd, zodat zij zich genoodzaakt zagen om te vluchten in de dood. Het gaat dan niet enkel om Joodse medeburgers, maar ook om de Sinti en Roma, homoseksuelen en Jehova’s getuigen.
Op de stenen zit een messing plaatje en daarin wordt de naam, geboortedatum, deportatiedatum en plaats en datum van overlijden met de hand in gestanst. Nadat de eerste Stolpersteine in Duitsland werden geplaatst, gaat het project ook over de landsgrenzen heen en liggen de stenen, nu al ruim vijfendertigduizend, tegenwoordig ook in ondermeer België, Oostenrijk, Italië, Hongarije, Tsjechië, Polen, Oekraïne, Noorwegen. Ondanks dat blijft de kunstenaar de stenen zelf met de hand in de straten leggen. Het handwerk van de kunstenaar vormt zo een duidelijk contrast met de georganiseerde, industrie-achtige vernietiging van door de nazi’s achtergestelde bevolkingsgroepen.
In november 2009 volgde ook de plaatsing van de eerste Stolpersteine in Nederland. Deze werden gelegd op een zestal locaties in het Twentse Borne. Op maandag 4 maart 2013 werden op initiatief van de Stichting Herdenking Joods Ommen ook op acht plekken in Ommen Stolpersteine gelegd. Burgemeester Ahne voerde namens de gemeente Ommen het woord. Daarna volgde er een bijdrage van opperrabijn Jacobs en stadsdichter Jannes Kuik droeg een passend gedicht voor. Het tweede gedeelte van deze ochtend werd gebruikt om de Stolpersteine daadwerkelijk te plaatsen. Leerlingen van basisschool De Kardoen lazen de namen worden voor. Jeugdleden van OVC’21 ontstaken voor iedereen een lichtje.
Met het plaatsen van de stenen zijn er voor de huizen, waar eens de families Van Gelder, Vomberg, Bierman, De Levie, Cohen, Van der Hoek en De Lange woonden, gedenkstenen geplaatst zodat we hun namen kunnen blijven noemen. Want zoals geschreven staat in de Thora: “Een mens is pas vergeten als zijn naam vergeten is.”